Als je in een cultuur leeft waarin zelfs kinderen zelfmoord plegen, dan moet je je serieus gaan afvragen wat er aan de hand is. Zouden we er niet voor moeten zorgen dat we een wereld creëren waarin onze kinderen niet alleen kunnen en willen leven, maar zelfs kunnen floreren?
Wat is er nodig om een kind te laten floreren?
Allereerst moet een kind zijn of haar eigen leerproces kunnen bepalen. Kinderen zijn geboren om te leren. Ze leren lopen, praten en nog veel meer zonder dat we ze hoeven te dwingen. Wat een kind leert en wanneer, mag niet bepaald worden door iemand anders. Zelfs niet door de ouders. Ja, het is prima om kinderen kennis te laten maken met iets wat ze anders misschien niet zouden leren kennen, maar ze leren pas als ze er een toepassing voor hebben. Niemand wil dingen leren waar ze niets aan hebben, en kinderen al helemaal niet.
Ook heeft een kind tijd nodig. We zijn in onze cultuur bezeten van efficiëntie. Al op heel jonge leeftijd wordt kinderen aangeleerd om op te schieten. Zelfs als het gaat om creatieve bezigheden, is het voor kinderen onmogelijk daar rustig de tijd voor te nemen. Een kind heeft het nodig zich geregeld te vervelen, anders droogt de creativiteit op. Op tweejarige leeftijd zijn vrijwel alle mensen creatieve genieën, als volwassene is bijna niemand dat meer.
Kinderen hebben mensen om zich heen nodig bij wie ze hun ideeën kunnen uiten. Soms zijn dat andere kinderen (die ouder of jonger kunnen zijn), soms volwassenen en soms ouderen – allemaal zijn ze nodig om een kind tot wasdom te laten komen. Er is een diverse gemeenschap nodig. Een kind dat het zonder diverse gemeenschap moet stellen, is verweesd.
Kinderen hebben overgangsrituelen nodig om volwassen te kunnen worden — ze moeten het inzicht meekrijgen dat je niet alleen kunt némen, wat voor een kind prima is, maar ook moet géven. Anders putten we elkaar en de planeet uit. Zo’n transitie kunnen ze meestal niet alleen doormaken. Ze moeten ingewijd worden door volwassenen die zelf ook ingewijd zijn. Dat soort rituelen zijn we kwijtgeraakt in onze cultuur, maar we moeten ze dringend weer terugvinden.
We leren kinderen dat ze hard moeten werken om ergens te komen. Ik zie dit als een vorm van kindermishandeling. Kinderen horen te spelen. Spelen om te leren. Spelen is voor iedereen de ultieme manier om te leren, niet alleen voor kinderen. Laten we ze die kans niet ontnemen, ze zijn maar één keer jong.
Ik wil mijn zoon kunnen vertellen dat vooruitgang betekent dat we ons steeds meer gaan verbinden met alles en iedereen in onze omgeving.
Kinderen zouden niet beoordeeld en veroordeeld moeten worden. Ze hebben juist ruimte nodig om zichzelf te kunnen zijn. Een uniek wezen met ongekende mogelijkheden. Elk cijfer, elk rapport, elk diploma is een vereenvoudiging van de complexiteit van een menselijk wezen naar een rationeel cijfer of een papiertje waarop staat wat een mens al dan niet zou kunnen.
Een kind moet buiten zijn. Niet in een betonnen omgeving, maar daar waar de natuurlijke processen weer de vrije hand krijgen. Want daar waar de controle is losgelaten, kunnen we het meeste leren over het leven, ván het leven. Daar vinden we wijsheid, schoonheid en zingeving. Daar vinden we geluk. Of beter gezegd: daar komt geluk naar ons toe.
Een kind heeft toekomstperspectief nodig. Wij wonen de planeet uit, zogezegd om een mooiere toekomst te creëren. Maar hoe leg je een kind uit dat zijn lichaam vol zit met pcb’s, microplastics, lood en glyfosaat? Hoe leg je een kind uit dat bomen gekapt moeten worden voor de vooruitgang? Dat rivieren afgedamd moeten worden voor de vooruitgang? Dat kerncentrales, windmolenparken en snelwegen nodig zijn voor de vooruitgang? Dat alles wat nu snel lijkt te gaan over een tijdje alweer langzaam is? Dat vooruitgang betekent dat alles groter, sneller, gladder, dunner, lichter en hoger moet? Dat schoonheid en liefde niet in het rijtje thuishoren en maar beter vergeten kunnen worden?
Ik kan en wil het niet. Ik wil mijn zoon kunnen vertellen dat vooruitgang betekent dat we ons steeds meer gaan verbinden met alles en iedereen in onze omgeving. Dat we ons weer thuisweten. Ik wil zeggen dat vooruitgang betekent dat we een steeds gezonder klimaat krijgen, steeds meer biodiversiteit, steeds schonere lucht en schoner water. Dat we de werkelijkheid niet meer hoeven te ontvluchten door middel van pretparken, Netflix en verdovende middelen.
We verzinnen steeds meer wetten en regels, zogezegd om iedereen veilig te houden. We sluiten kinderen op in scholen en huizen en kijken met lede ogen toe hoe ze wegkwijnen. We weten dat het beter kan, we weten dat het beter moet. Ik heb een radicaal idee: laten we onze kinderen de vrijheid geven om fouten te maken, vieze kleren te krijgen, de weg kwijt te raken, in de problemen te komen en vooral – en hier gaat het om, en dit leer je niet uit een boekje – verliefd te worden op de wereld.
Marc Siepman
marcsiepman.nl Marc weet echt alles over het bodemleven en geeft hier zeer interessante lezingen over! Echt de moeite waard.